Samosa’s met raita

Voorbereiding

Verwarm de oven voor op 180 graden.

Schil de aardappelen en snijd deze in kleine blokjes van 1,5 x 1,5 cm. Was ze en kook ze beetgaar in water met zout. Dit gaat vrij snel omdat de blokjes zo klein zijn.

Pel en snipper de ui en hak de knoflook en de gember fijn. Fruit dit aan in wat olijfolie. Voeg de specerijen toe en bak ze kort mee.

Voeg nu de aardappelblokjes en de doperwten (ik gebruik ze uit de vriezer) toe en bak ze nog even kort mee. Heb je verse doperwten gebruikt, kook ze dan even 5 minuten voor in water met zout.

Breng de samosa-vulling verder op smaak met chilipeper en zeezout.

Stamp de vulling grof. Het mag best een beetje een bite houden.

Neem een vel filodeeg en bestrijk deze met olijfolie. Snijd het filodeeg (aan de lange kant) in 4 gelijke repen. Je hebt nu 4 lange repen. Iedere reep wordt 1 samosa. Ik koop mijn filodeeg altijd bij De Turk, dat is veel beter van kwaliteit. Heb je nu alleen kleine velletjes kunnen vinden, plak dan 2 velletjes op elkaar (met een beetje olijfolie) voordat je ze in repen snijdt.

Verdeel een lepel van de vulling op de linker onderkant van het filodeeg. Vouw de rechter onderhoek naar boven, zodat er een driehoekje ontstaat. Vouw nu net zolang door totdat je een driehoekje overhoudt en de hele reep deeg gebruikt is. In deze video kan je een voorbeeld zien.

Leg de samosa’s op een bakplaat bekleed met bakpapier. Bestrijk de samosa’s met nog een beetje olie en bak ze in 15 minuten af in de voorverwarmde oven op 180 graden.

In de tussentijd kan je de Raita dip maken.

Doe de Griekse yoghurt in een kom. Rasp de komkommer en knijp al het vocht eruit. Voeg dit bij de yoghurt. Pers een teentje knoflook uit boven de yoghurt. Breng de raita op smaak met wat gehakte munt, wat zout en een theelepel karwijzaad.

Serveer de samosa’s met de raita.